Om de complexiteit in te schatten maken wij gebruik van het variatieschema van Wouter Hart. Deze heeft twee assen.

Op de horizontale as staan de kenmerken van de vraag. Hoe unieker, hoe meer variatie hoe verder naar links je het vraagstuk plaatst in het schema. Hoe meer standaard en voorspel de vraag, hoe verder naar rechts je het vraagstuk plaats.

Op de verticale as staan de kenmerken van de oplossing. Hoe voorspelbaarder de uitkomst en het verloop van het proces, hoe meer garantie je hierop kunt geven. Deze type oplossingen plaats je onderaan. Bovenaan komen de oplossingen, werkwijzen waarvan vooraf moeilijk is in te schatten wat het resultaat is. Oplossingen die gaandeweg met elkaar vormgegeven moeten worden op basis van ervaring in het hier en nu. Dit gaat om oplossingen die je pas vindt door te doen en onderweg te leren wat het beste werkt.

Je kunt niet zomaar stellen dat de hele jeugdhulpverlening complex is. Er zijn onderdelen die voorspelbaar, planbaar en standaard zijn, denk aan diagnostiek, intakegesprekken, , groepstrainingen, behandelingen van bekende problematiek zoals een depressie of ADHD etc. Er is in de jeugdhulpverlening echter ook sprake van vraagstukken die heel complex zijn, zoals het begeleiden van gezinnen waarin sprake is van problematiek op meerdere leefgebieden of van problematiek  bij meerdere gezinsleden die van invloed zijn op elkaar.

Complexe en simpele vraagstukken vragen ieder om een andere aanpak, lees hierover via de onderstaande link.

Lees verder over de aanpak van complexe vraagstukken