Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet: Onbenut potentieel in de jeugdhulp

Hulpverleners zien, voelen, bedenken en doen wat vooraf nooit bedacht kan worden

Door anders te kijken naar hulpverleners en laten we je zien hoe je het potentieel van hulpverleners als de drijvende kracht voor oplossingen in de dagelijkse praktijk kunt benutten.

Hulpverleners zijn toch vooral uitvoerders?

Hulpverleners worden over het algemeen gezien als uitvoerders, ze zijn de handen en voeten in de praktijk die vooraf bedacht beleid vormgeven. Je ziet dit terug doordat we vooraf middels overleggen en brainstormsessies met verschillende disciplines beleid maken of een projectplan schrijven wat vertaald wordt naar afspraken met organisaties waar hulpverleners werken. Hulpverleners zijn deskundig, objectief en behandelen iedereen gelijk. Ze maken zoveel mogelijk gebruik van evidence based methodieken en standaarden.

Als je beter kijkt naar hulpverleners, zie je dat ze meer zijn dan handen en voeten…

Ogen en oren: wat zien zij wat wij niet zien?

In tegenstelling tot beleidsmedewerkers, bestuurders en wethouders zien en horen hulpverleners dagelijks hoe problemen en oorzaken uit verschillende domeinen zoals, arbeid, wonen, ggz, onderwijs etc. met elkaar samenhangen. Ze zijn onze oren en ogen in de dagelijkse praktijk.

Brein: wat bedenken zij wat wij niet bedenken?

Hulpverleners zijn in staat om unieke verbindingen en oplossingen te ontdekken en uit te proberen. Deze verbindingen kunnen nooit vooraf verzonnen worden en zijn meestal niet algemeen toepasbaar of te kopiëren naar een andere situatie. Wel is het op dat moment voor dat gezin de best passende oplossing.

Hier ligt een enorme potentie aan kennis en ervaring die onvoldoende wordt opgemerkt en zeker onvoldoende wordt gewaardeerd. Wat als we hulpverleners niet zomaar de ruimte geven, maar nieuwsgierig zijn naar hun ervaring en ideeën en ze faciliteren bij het uitproberen van iets nieuws? Hulpverleners zijn de ontwerpers van passende mini oplossingen voor (complexe) vraagstukken die verschillende domeinen raken. Hulpverleners hebben de de potentie om stukje bij beetje maatschappelijke vraagstukken op te lossen, toch? 

Hart: wat voelen zij aan wat wij niet voelen?

Kenmerkend voor gezinnen waarin sprake is van meervoudige oorzaken en problemen is namelijk dat het onvoorspelbaar is en nooit helemaal hetzelfde. Wat de ene keer werkt, werkt de volgende keer niet. Hulpverleners die steeds meer meemaken ontwikkelen een soort zesde zintuig om situaties te herkennen en bedenken onbewust gebaseerd op hun gevoel van rechtvaardigheid de best passende oplossing. We kunnen hulpverleners dan ook zien als ons hart in de praktijk. Zij voelen aan of de hulp goed is voor een gezin.

Beleidsmakers en bestuurders, zie de hulpverlener met al zijn zintuigen

Hulpverleners verdíenen het niet alleen om gezien te worden als een compleet mens, met handen voeten, oren, ogen, een hart en een brein, maar dit is ook de enige manier waarop zij hun potentieel echt in kunnen zetten voor kinderen en gezinnen. Daar worden we allemaal gelukkiger van! Niet de hulpverlener heeft bijscholing nodig, maar diegenen die hem/haar aansturen zouden zich door hen moeten laten inspireren. Beleidsmakers zullen de verleiding moeten weerstaan om unieke oplossingen die bedacht zijn te willen standaardiseren.

En wat een groot voordeel is: Er is geen beleidsstuk of stelselherziening voor nodig!

Professionals, benut al je eigenschappen en laat je niet reduceren tot de handen en voeten van beleid. Onderschat de waarde van je eigen oordeel en jouw creatieve oplossingen niet en maak voor anderen zichtbaar wat jij ziet en hoort in de praktijk. Het is nodig en kan een begin zijn voor verandering!

 

Terug naar overzicht